Afmatrace
2 teams strijden tegen elkaar. Het doel is per deelnemer zo hoog mogelijk te komen.
Dit kan en mag alleen op de volgende manier; liggend op je buik houd je een stok vast.
Deze stok plaats je achter de richels, telkens een stukje hoger zonder gebruik te maken van je voeten.
Iedere deelnemer probeert zo hoog mogelijk te komen. Per deelnemer wordt het hoogste punt gerekend.
Er kan slechts één deelnemer per team op de baan aanwezig zijn. Minstens 6 teamleden moeten een poging hebben gedaan.
Iedere deelnemer moet na een poging afgewisseld worden door de volgende (andere) deelnemer.
Buikschuifkussen
Één team mag proberen zo ver mogelijk over de baan te geiden of het einde van de baan te halen.
De baan is in 4 vakken verdeeld het bereikte vak geeft het punt aan.
Bij het behalen van het einde van de baan tellen de punten dubbel Er kan slechts één deelnemer op de baan aanwezig zijn.
Zodra de deelnemer de volgende heeft aangetikt kan die zijn poging wagen.
Voorbeeld: er wordt gegleden over de baan en vak 2 wordt bereikt. Het team heeft nu 2 punten.
De volgende deelnemer glijd door tot het einde van de baan en verdiend hiermee 4×2= 8 punten voor het team.
Het team heeft nu 8+2 = 10 punten.
Survivalbaan
Een deelnemer speelt per keer het spel. Hij/zij probeert zo snel mogelijk de 35 meter hindernisbaan af te leggen,
door te slingeren van ring naar ring zonder te vallen. Val je, dan ga je naar het begin en begint opnieuw.
Na 2 mislukte pogingen begint de volgende deelnemer.
Puntentelling elke keer dat het einde van de baan wordt bereikt is 1 punt.
Het team dat de meeste punten heeft binnen de vastgestelde tijd heeft de hoogste score.
Tobbedansbaan
Een team en één deelnemer op de baan. Deelnemer neemt een tobbe mee de helling op.
Met de tobbe wordt naar beneden gegleden in de waterbak.
In de waterbak de bel luiden en de band van de volgende deelnemer geven.
Puntentelling elke keer dat van de baan is gegleden en gebeld is 1 punt.
Het team dat de meeste punten heeft binnen de vastgestelde tijd heeft de hoogste
wipe out
1 team te gelijk;
Een team en één deelnemer op de baan.
Deelnemer loopt over ballen naar het einde van de baan.
Aan het einde is een glijbaan waar vanaf moet worden gegleden. De volgende deelnemer mag van de baan als hij / zij is aangetikt.
Indien een deelnemer van de ballen valt, mag hij/zij proberen om terug op die bal te klimmen en het parcours af te maken.
Lukt het niet dan stapt je uit de baan en tikt de volgende deelnemer aan. Er is geen punt behaald.
Puntentelling elke keer dat het einde van de behaald en van de baan is gegleden is 1 punt. Het team dat de meeste punten heeft binnen de vastgestelde tijd heeft de hoogste
Estafetterace
Leg samen met je team het aangegeven parcours af en probeer dat in een zo kort mogelijke tijd te volbrengen.
2 teams leggen ieder een eigen parcours af.
Het parcours bestaat onder andere uit wankel plankjes een vliegend tapijt en iets met water.